Maak van de bovenste 5 ingrediënten een Pate Sucre beslag: Kneed de boter met de suiker, het zout en de bloem. Meng als laatste de eieren erdoor. Verdeel in 4 porties van ca 80 gram en bewaar deze als platte balletjes voor 60 minuten in de koelkast.
Verwarm de na 30 minuten voor op 220 graden. Schil de appels, snijd ze in achten en haal het klokhuis eruit. Smelt de boter en giet die in de 4 pannetjes. Strooi de kaneelsuiker over de boter. Leg de partjes appel met de bolle kant in de pannetjes. Rol het pate sucre-deeg uit (één voor één) tot ruim de diameter van de pannetjes en bedek de appels ermee. Stop het deeg bij de randen goed in, als bij het opmaken van een bed. Bak de taartjes ca 20 minuten in de oven, of tot hij goudbruin is. Laat de pannetjes een paar minuten afkoelen, waarnaar je ze omdraait op een dessertbord, om te serveren.
Serveren met creme fraiche, ijs of warme vanillesaus.