Deze lichte, bijna vetvrije cakerol heeft een vulling van verse frambozen en passievruchten. Vooral aan het eind van de zomer, als de frambozen op hun zoetst zijn, is dit een ideaal nagerecht. Kinderen zijn er dol op. U kunt er ook nog custardvla bij serveren.
Houd de helft van de frambozen apart voor de vulling en doe de andere helft met de poedersuiker in een kom en prak ze met een vork wat fijner. Snijd de passievruchten doormidden, schep het vruchtvlees eruit en roer dit door de geprakte frambozen.
Verwarm de oven voor op 200 °C. Vet een vorm van 23 × 33 cm in en bekleed de bodem met bakpapier.
Doe eieren en suiker in een grote kom en klop er met de elektrische mixer een dik en lichtgekleurd mengsel van dat bovenop slierten achterlaat als de gardes eruit worden genomen. (Klopt u het mengsel handmatig, zet de kom dan boven een pan bijna kokend water, maar zorg dat het water de kom niet raakt.)
Zeef de helft van de bloem boven het eimengsel en spatel alles voorzichtig door met een metalen lepel. Zeef de resterende bloem erover en spatel dit er samen met het lauwwarme water door.
Schenk het mengsel in de vorm en beweeg de vorm voorzichtig heen en weer, zodat het gelijkmatig wordt verdeeld. Bak circa 10-12 minuten totdat het lichtbruin is en goed gerezen; als u er voorzichtig op drukt moet het meegeven.
Draai om op een vel bakpapier dat iets groter is dan de cake. Verwijder het bakpapier van de cake. Snijd de harde randjes met een scherp mes van de cake en maak op 2,5 cm afstand van een van de korte kanten een inkeping; dit vergemakkelijkt het oprollen.
Verdeel het fijngemaakte frambozenmengsel over de cake en laat rondom een rand van 1 cm vrij. Verdeel hierover de achtergehouden frambozen. Rol de cake voorzichtig op vanaf een van de korte kanten en leg de cake met de naad naar beneden op een platte schaal.
Serveer warm of koud en in plakken gesneden. Garneer elke portie met wat van de extra frambozen en een takje munt. Geef er desgewenst custardvla bij.