Dit is een fantastische zoete gevulde taart voor tijdens de zomer. De combinatie van aardbeien en rabarber met kaneel en nootmuskaat maakt deze taart overheerlijk. Wat deze taart ook zo speciaal maakt is de smakelijke kruimelkorst (die trouwens erg makkelijk te maken is). Eerst was de korst bij mij nogal dun toen ik deze uitrolde met de deegroller, maar dat was niet erg, omdat ik de korst gemakkelijk in de bakvorm kon aandrukken. Iedereen kan het!
Mix 125 gr bloem en het zout in een kom door elkaar. Voeg 75 gr koude boterblokjes toe aan de bloem en kneed (met de hand of deegkneder) totdat er grove kruimels ontstaan. Voeg water toe (1 eetlepel per keer), tot de massa bij elkaar blijft.
Vorm het deeg tot een bal en bestuif het aanrecht met bloem. Rol het deeg uit tot een cirkelvormige lap met een doorsnede van ongeveer 30 cm. Het deeg is nu vrij dun. Vouw het deeg voorzichtig in vieren en leg het in de taartvorm. Vouw het deeg uit en bedek zo de bodem en de rand van de taartvorm. Laat de korst ongeveer 1 cm over de rand hangen en snij de rest weg. Knijp rondom de rand het deeg in om een mooie deegrand te maken. Zet de korst in de koelkast tijdens het maken van de vulling.
Meng 250 gr suiker, 40 gr bloem, kaneel en nootmuskaat in een grote kom door elkaar. Voeg, al roerende, de rabarber en aardbeien toe. Giet het mengsel over de taartbodem. Bestrooi de taart met pecannoten.
Meng 125 gr bloem en 135 gr suiker in een kom door elkaar, en maak wederom een grof kruimelmengsel door koude boterblokjes toe te voegen en het mengsel met een deegkneder of met de hand te bewerken. Bestrooi het kruimeldeeg gelijkmatig over de taartvulling en bedek de rand van de taart met stroken aluminiumfolie tegen het aanbranden.
Bak in de voorverwarmde oven tot de kruimels goudbruin zijn en de vulling aan de rand van de taart bubbelt van de hitte, 50 tot 60 minuten. Verwijder de folie tijdens de laatste 10 minuten van het bakken, zodat de taartrand ook mooi bruin wordt.