Maak het deeg door de bloem, het zout, de gist, een eetlepel olijfolie en het lauwwarme water in een keukenmachine met deeghaken met elkaar te mengen. Heb je geen keukenmachine, dan heb je pech, en zul je je spierkracht moeten gebruiken om te kneden! Zorg ervoor dat er een soepel, samenhangend deeg ontstaat.
Doe het deeg in een kom met een vochtige schone theedoek erover en laat ongeveer een uur rijzen.
Pel de sjalotten en snijd ze in 4 parten. Verwarm een eetlepel olijf olie in een steelpan en voeg de sjalotten, de basterdsuiker, het koude water en het balsamicoazijn toe. Laat ongeveer 20 minuten pruttelen totdat de sjalotten helemaal zacht en gecarameliseerd zijn. Roer af en toe goed door, zodat de rokken van de sjalot steeds verder uit elkaar vallen.
Rol het deeg als het goed gerezen is met behulp van een deegroller uit tot een dunne lap. Het is handig om hiervoor je aanrecht te bestuiven met wat bloem, zodat de lap deeg niet vastplakt.
Leg de dunne lap deeg voorzichtig op een met bakpapier bekleedde bakplaat. Besmeer de lap deeg met een flinke laag crème fraiche. Niet te zuinig zijn!
Verdeel dan de sjalotten en de geitenkaas over de flammkuchen. Strooi er verse tijmblaadjes over en breng je flammkuchen op smaak met peper en zout.
Schuif voor 15-20 minuten in de oven, totdat het deeg gaar en goudbruin is! Versier met een handje rucola