Meng 125 gram boter met 100 gram poedersuiker, 250 gram bloem, 1 ei en 1 eierdooier in een grote mengkom. Ik kneedde het met mijn handen tot een flinke bal deeg. Doe het deeg in een stukje keukenfolie en laat het een half uur rusten in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 200 graden. Bekleed de bodem van je taartvorm met het deeg. Dit kun je heel netjes doen door het eerst uit te rollen met de deegroller etc. Ik druk het er liever gewoon in haha.
Leg, over je beklede taartvorm, een stuk bakpapier en giet hier het pak rijst in. Je gaat de bodem blind bakken. Zet de taartvorm voor 25 minuten in de oven. Haal de taartvorm uit de oven, gooi de rijst en het bakpapier er uit.
In die 25 minuten kun je het citroenmengsel maken. Smelt de rest van de boter, doe ondertussen in een mengkom 4 eieren en 2 eidooiers samen met de rasp van 1 citroen en het sap van 2 citroenen en 100 gram poedersuiker en meng alles goed met elkaar door een mixer te gebruiken. Voeg, zodra de boter gesmolten is, deze langzaam toe aan de rest van het mengsel.
Giet het citroenmengsel op je taartbodem en zet het weer in de oven, dit keer bak je de citroenlaag in 20 minuten gaar.
Ondertussen klop je 3 eiwitten samen met de rest van de poedersuiker en een paar druppels citroensap op tot stijve pieken. Zorg ervoor dat hier geen spatje vet of dooier bij zit want dan kun je kloppen wat je wil maar wordt het eiwit niet stijf.
Spatel het eiwit op de taart en zet het een minuut of 8 onder de gril. Hou het goed in de gaten, aangezien iedere oven anders werkt, en hij snel te bruin wordt.
Laat daarna je oven afkoelen tot zo’n 120 graden en bak de taart nog zo’n 10/15 minuten totdat het schuim iets harder geworden is.